Het geheimzinnige AI-hardwareapparaat, ontworpen door voormalig Apple-designchef Jony Ive en ontwikkeld voor ChatGPT-maker OpenAI, is naar verluidt uitgesteld omdat het bedrijf met drie fundamentele uitdagingen worstelt. Ondanks dat het een van de meest verwachte samenwerkingen in de technologiewereld is, blijft het project – intern bekend als io – zowel qua ontwerp als qua functionaliteit ongedefinieerd.
Jony Ive en Sam Altman, CEO van OpenAI, plaagden het apparaat eerder dit jaar voor het eerst en beschreven het als een doorbraak in de interactie tussen mens en AI. Ze maakten duidelijk dat het geen smartphone of een slimme bril zou zijn, en dat het ook niet zou lijken op een bekende vorm van draagbare technologie. In plaats daarvan zinspeelden ze op een nieuwe categorie persoonlijke apparaten die ambient computing combineren met emotionele intelligentie, met als doel iets te creëren dat intuïtief en menselijk aanvoelt zonder afhankelijk te zijn van een scherm.
Aanbevolen leesmateriaal:Tim Cook, Jony Ive en Laurene Powell Jobs praten over Steve Jobs op Code Conference
De voortgang van het project wordt echter vertraagd door drie kritieke problemen. De eerste en belangrijkste is rekenkracht. Er wordt verwacht dat het io-apparaat de mogelijkheden van ChatGPT in draagbare vorm zal leveren; OpenAI heeft echter naar verluidt moeite om voldoende rekencapaciteit te verwerven, zelfs voor zijn bestaande producten. Het continu uitvoeren van geavanceerde AI-modellen op een klein apparaat op batterijen brengt grote technische uitdagingen met zich mee. Zoals een insider uitlegde aan deFinanciële tijden, OpenAI “heeft moeite om voldoende rekenkracht te krijgen voor ChatGPT, laat staan een AI-apparaat.”
Het tweede probleem is privacy. Er wordt gezegd dat het apparaat ‘altijd aan’ staat, met camera’s en microfoons die voortdurend de omgeving in de gaten houden om contextuele reacties te bieden. In tegenstelling tot slimme luidsprekers die afhankelijk zijn van een wake-word, betekent dit ontwerp dat het apparaat voortdurend luistert en kijkt. Dit brengt aanzienlijke zorgen met zich mee op het gebied van privacy en veiligheid, vooral met betrekking tot gegevensopslag en toestemming van gebruikers. Het vinden van een evenwicht tussen constant bewustzijn en vertrouwen blijkt moeilijk voor de ontwerp- en engineeringteams.

Het derde probleem ligt in de persoonlijkheid. OpenAI en Ive proberen naar verluidt een assistent te creëren die aanvoelt als een metgezel zonder opdringerig of al te vertrouwd te zijn. Het doel is volgens één bron om “een vriend te ontwerpen die een computer is en niet jouw rare AI-vriendin.” Ingenieurs hebben moeite gehad om te bepalen hoe spraakzaam of expressief het apparaat zou moeten zijn, en wanneer het zou moeten spreken of zwijgen. Deze gedragsnuances zijn cruciaal voor de identiteit van het product, maar blijven onopgelost.
Ondanks de tegenslagen heeft Ive bevestigd dat het project breder is dan een enkel product. Tijdens zijn toespraak op de ontwikkelaarsconferentie van OpenAI zei hij dat zijn team ‘15 tot 20 echt overtuigende’ productideeën heeft bedacht als onderdeel van een ‘familie van apparaten’ die zijn ontworpen om gebruikers zich ‘vreedzamer, minder angstig en minder verbonden te laten voelen’. Altman erkende ondertussen dat “hardware moeilijk is”, maar blijft optimistisch dat hun werk de manier waarop mensen omgaan met kunstmatige intelligentie opnieuw zou kunnen definiëren.
Het io-apparaat, dat naar verwachting handpalmformaat en schermloos zal zijn, vertegenwoordigt OpenAI's eerste grote stap op het gebied van hardware. Maar met aanhoudende vertragingen, beperkte computercapaciteit en onopgeloste privacyproblemen blijft de weg naar release onzeker. Als het team slaagt, kan dit het begin markeren van een nieuw tijdperk van ambient AI-metgezellen. Voorlopig is de samenwerking van OpenAI met Jony Ive echter nog in ontwikkeling, met meer vragen dan antwoorden.
